Overdenking door Laura van Asselt
Geschreven door Laura van AsseltEen overdenking bij Pinksteren
Het verhaal gaat dat toen bij de onthulling van het beeld van Zadkine ter gedachtenis aan het bombardement van Rotterdam het doek van het beeld wegtrokken werd, er een duif onder vandaan fladderde. In de paar dagen dat het doek over het beeld had gehangen, had het een nest gebouwd, precies in het gapende gat van het ontbrekende hart. Zadkine was verheugd: zo had hij het bedoeld. Het gat moest niet alleen een droeve herinnering zijn aan de pijn van de verwoesting, maar ook de aanleiding zijn tot een nieuw begin: de duif had dat nieuwe begin prachtig verbeeld in de bouw van het nest, precies op de plek waar verwoesting, dood en pijn hadden geregeerd.
Wat de duif in het verhaal van het beeld van Zadkine is, is de Geest in het verhaal van het Pinksterfeest. Hij komt daar, waar mensen naar iets nieuws verlangen. Of andersom: waar mensen er geen gat meer in zien.
Het Pinksterfeest is daarom troostend; het is het feest van God in ons, van nabijheid, van geborgenheid, van enthousiasme. In de woorden van de profeet: van een nieuw, levend hart. Dichterbij kan het niet komen.
Aan de andere kant: zeggen dat dat de inhoud van het feest is én het zelf zo ervaren is niet hetzelfde.
De nabijheid van God is vaak niet zo vanzelfsprekend in ons leven. Het is een ervaring, vluchtig als de wind en voor je het weten is de vlaag voorbij, de vlaag van verstandsverbijstering, want het ging je verstand te boven…. En om het nou God te noemen….
Blaise Pascal, de man van de wet van Pascal: over druk op vloeistof in een gesloten vat… de man die verantwoordelijk was voor allerlei rationele filosofische beschouwingen, ook over het geloof en het bestaan van God, droeg in de mantel van zijn jas een stukje papier met daarop een tekst die hij, naar verluid, had opgeschreven na een bijna dood ervaring na een ongeval. Jaren later, na zijn overlijden werd het gevonden, ingenaaid in de zoom van zijn jas: Vuur. God van Abraham, God van Isaak, God van Jakob, niet van de filosofen en de geleerden. Zekerheid. Zekerheid. Gevoel. Vreugde. Vrede. God van Jezus Christus. Mijn God en uw God. Uw God zal mijn God zijn.
Het vergeten van de wereld en van alles, behalve God. Hij wordt alléén gevonden door de wegen die onderwezen worden in het evangelie.
Grootheid der menselijke ziel. Rechtvaardige Vader, de wereld heeft u niet gekend, maar ik heb u gekend. Vreugde, vreugde, vreugde, tranen van vreugde.
Er zijn heel veel mensen die in hun leven dit soort ervaringen hebben opgedaan.
Die bij tijd en wijle merkten dat het allemaal niet toevallig was wat er om hen heen en met hen gebeurde. Die zich gedragen voelden, terwijl de grond eigenlijk onder hun voeten was weggezonken. Die iemand ontmoetten en wisten: dit is degene die bij mij hoort, bij wie ik mij thuis voel. Of minder groots en meeslepend kan het zijn of misschien wel net zo meeslepend: de ervaring dat er iemand voor je was, die naar je omkeek en zorgzaam bleek. Er zijn mensen die,
staande aan het strand, de onmetelijke oceaan voor zich, of die te midden van eindeloos hoge bergen, iets voelden of beleefden van het allergrootste wat ons draagt.
Het kan een ervaring zijn die je voor je gevoel kwijt bent geraakt maar die zich toch in je genesteld heeft.
Ik zal jullie niet als wezen achterlaten, had Jezus gezegd. Maar toch… de motor van de groep, het hart van de vriendenkring is verdwenen. Hoe nu verder? Op eigen kracht? En dan schrijft Lukas: Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar zij zich bevonden geheel vulde (Handelingen 2,2)… en allen werden vervuld van de Heilige Geest … en ieder hoorde hen in zijn eigen taal spreken.
De leerlingen raakten geïnspireerd en zagen het weer zitten, wisten wat hun opdracht was en konden op eigen kracht door. Het bleek moeilijk dat moment vast te houden maar toch had die ervaring een plek gevonden in hun leven. Net zoals hun leven en werken met Jezus een inspiratiebron zou blijven. Net zoals het nestje op de plaats van het hart in het beeld van Zadkine.
Laten we in die geest het volgende meenemen van Pinksteren: het valt niet mee momenten van inspiratie, van geborgenheid en troost vast te houden en met je mee te dragen in tijden van troosteloosheid, verdriet of apathie. En toch…
Omdat inspirerende en moedgevende momenten niet op afroep beschikbaar zijn, moeten we ons optrekken aan al het goede wat tot nu toe in ons leven met ons is meegereisd. In het vertrouwen dat we zelf, en vooral met elkaar als mensheid, in staat zijn een nieuw begin te maken. Dat deze woorden in deze tijd u tot inspiratie en troost mogen zijn.