Gemeenteberichten
Gemeenteberichten is het informatieblad van onze gemeente, dat 6 keer per jaar verschijnt. Het is een periodiek met alle belangrijke informatie over kerkdiensten, gemeente-avonden, lezingen e.d. Daarnaast worden ook belangrijke activiteiten vermeld van landelijke- en regionale aard. Voor een proefnummer of inlichtingen kunt u contact opnemen met het secretariaat.
Een abonnement kost € 12.50 per jaar.
TER OVERDENKING uit het laatste nummer:
Overvloed
In het beroemde verhaal van de wonderbare spijziging zijn mensen rond Jezus te hoop gelopen en het is nu de vraag hoe de voedselvoorziening geregeld moet worden. Er blijkt een jongen te zijn met vijf gerstebroden en twee vissen. Jezus neemt de broden, dankt en verdeelt ze onder hen. Het wonder is geschied: er is genoeg voor iedereen. Uitgangspunt van het wonder van de spijziging is dat wat voorhanden is. Niet wat ontbreekt, maar wat er is. Daar begint Jezus mee te handelen. Dit verhaal past in de veertigdagentijd en Pasen. In de eerste periode worden we bepaald bij de gedachte dat er niet genoeg voedsel op de wereld is voor iedereen. Dat we moeten delen. Met Pasen vieren we dat we mógen delen. Dat delen vreugde betekent. Dat niet wat ontbreekt leidend is, maar wat er is. De kern van het verhaal is niet het wonder, net zomin als de kern van Pasen het wonder van de opstanding uit de doden is. Helemaal voorbij gaan aan het wonder kun je niet, maar het bij het wonder alleen laten ook niet. Als je dat doet dan zie je als kern van deze verhalen een soort hokus-pokus-pat waarin magische krachten aan het werk zijn. Dan worden het gebeurtenissen die zich buiten ons leven afspelen en waar wij verder niets mee kunnen, behalve dan er “och” en “ach” bij te roepen. De mensen in het verhaal van de wonderbare spijziging reageren met: “Deze is de profeet, die in de wereld komen zou.” En dat is het misverstand. Om Hem kóning te maken, omdát Hij het wonder verricht. Want het verhaal heeft een diepere betekenis. Dat wordt duidelijk als we doorlezen in het hoofdstuk. Daarin houdt Jezus vanaf een hoge berg een rede. Het is een indrukwekkend tafereel. Jezus die vanaf een hoge berg de wereld beschouwt. Het is een soort messiaans visioen, met groen gras en een rijke dis, een tafel die overloopt…”Ik ben het brood om van te leven. Uw voorouders hebben in de woestijn het manna gegeten en toch zijn ze gestorven. Zo is het niet met het brood dat uit de hemel neerdaalt: wie daarvan eet zal niet sterven. Ik ben het levende brood dat uit de hemel neerdaalt.” En het rare is …. Als mensen doorkrijgen, dat Hij niet alleen maar het brood heeft, maar dat Hij het brood is, dan zou je denken dat iedereen daar enthousiast over is. De verlosser staat voor je, je kunt hem zo volgen, maar toch doet niet iedereen dat. Sommigen krijgen juist de pest in. Ze hebben liever een wonderdoener dan hun Heer. Wat betekent dat, dat Jezus hun Heer zou zijn. Wat zou dat voor implicaties hebben? Een aantal mensen in het verhaal vraagt om een wonderdoener die hun vis geeft, maar zij krijgen een leermeester die hen leert vissen. Die leermeester zegt: ik ben het brood, omdat het mijn wezen is om te delen, op zo’n manier dat er voor ieder mens op aarde genoeg is. Nogmaals: uitgangspunt van het wonder van de spijziging is dat wat voorhanden is. Niet wat ontbreekt, maar wat er is. Daar begint Jezus mee te handelen. Wat wij voorhanden hebben is het leven. De dubbele bodem van het verhaal is dat Jezus onderwijst dat Hij zélf het brood is, want Hij verkondigt het Koninkrijk van God. En dat Koninkrijk dat is er voor ons en dat is onder ons, dat is maakbaar. Het komt er hoe dan ook op neer dat wij zelf verantwoordelijk zijn voor dat Koninkrijksleven. We zullen aan de slag moeten. Jezus is het brood en de vis. Hij deelt het uit, Hij strooit het uit. Nu moeten we nog zelf leren vissen. En delen! Dan zal er altijd overvloed zijn.
Laura van Asselt