Herfst – tijd van loslaten en oogsten
Geschreven door maxnlEen oude betekenis van herfst is ‘tijd waarin men plukt’. Het Nederlandse woord herfst (in het Duits Herbst) is verwant aan het Engelse harvest (= oogst). De herfst is in de natuur de tijd van loslaten. Met de bladeren die van de bomen vallen en de vruchten die worden geplukt. In de tuinen en op de akkers wordt volop geoogst. Is het misschien ook de tijd om de balans op te maken en ons terugblikkend af te vragen: ‘Wat heb ik gezaaid de afgelopen maanden? Wat heb ik geoogst? Wat moet ik loslaten?’
Veelkleurigheid van het leven
De Joodse traditie kent als dankfeest na de oogst het Loofhuttenfeest. Tijdens dit feest wordt de maaltijd met familie en vrienden gebruikt in hutten die afgedekt zijn met looftakken. Door dit provisorische dak heen kunnen de feestvierders de sterren aan de hemel zien. Het feest herinnert aan de bescherming Gods tijdens de omzwervingen van het volk Israël in de woestijn. Alles wat je hebt en wat je bent, heb je bij je. Leven is een bestaan zonder al te grote zekerheden, in vertrouwen, op hoop van zegen.
De boekrol die bij dit feest hoort is Prediker. In dit Bijbelboek wordt het leven met een hele rij van uitersten beschreven: baren en sterven, helen en doden, opbouwen en afbreken, huilen en lachen, rouwen en dansen, liefhebben en haten. In deze reeks dient zich het ondubbelzinnige besef aan van de veelkleurigheid en grilligheid van het leven. Veel mensen vinden troost in juist deze regels uit Prediker. Hij zet mijmerend de levensgebeurtenissen op een rijtje en komt tot de conclusie: alles is mooi – op zijn tijd (Naardense vertaling van Prediker 3:11).
Alles is mooi – op zijn tijd
De mens vermoeit zich volgens Prediker nodeloos met zijn zoeken naar zin. Hem rest slechts ‘gezwoeg’ en ‘zich te verheugen’ en ‘goed doen’ in zijn leven. Het ‘gezwoeg’ slaat hier niet alleen op lichamelijke arbeid; het doelt vooral ook op de menselijke worsteling om zin aan de wereld of het leven te ontdekken. Wij mensen zijn kwetsbaar voor de onontkoombare wisselvalligheden van het bestaan. ‘Er is een tijd voor alles.’ Prediker spreekt van een vreugdevolle bevestiging van het leven als het samenraapsel zoals het vanuit ons beperkte perspectief nu eenmaal gezien moet worden. Wil Prediker ons zeggen dat we er het beste mee om kunnen gaan door zonder veel na te denken het goede te doen? In het besef dat het mogelijk is, een woestijnervaring, een crisis te boven te komen door gezamenlijk, met anderen van het goede te genieten.
Zo vreemd als het klinkt zou de vreugdevolle boodschap van Prediker kunnen zijn, dat we altijd kwetsbare mensen zijn en zullen blijven. We zijn afhankelijk van elkaar en van God en het is goed en vreugdevol om dat onder ogen te zien. Het zich toevertrouwen aan het goede in het leven wordt door hem getekend als een vreugdevolle gave van diezelfde God. Alles is mooi – op zijn tijd.