Terugblik lezing 400 jaar geloven in vrijheid
Geschreven door Lietha ScheeweLezing door Ds. E.P. Meijering:
‘Hoe verhouden zich Gods Genade en onze menselijke verantwoordelijkheid tot elkaar’?
Waarover ging het op de Dordtse Synode in 1618/1619? Is dat onderwerp voor ons nog belangrijk? Was dit een geheel nieuwe vraag in de kerk, of is die de eeuwen door aan de orde geweest? Welke gedachten bracht men daarbij naar voren ? Wie beslist hier over gelijk en ongelijk, en hoe gaan we met elkaar om, als we het gevoel hebben dat we niet op één lijn zitten? Zijn er grenzen aan verdraagzaamheid.
Aan de hand van een aantal geschiedkundige voorbeelden neemt Dr. Meijering ons mee wanneer het verschil in geloofsbelevenis leidt tot een climax . Terugkijkend had elk voorbeeld met machtsverhoudingen te maken, waarin gelovigen meegenomen werden te goeder of te kwader zin.
Het eerste voorbeeld is de tweede eeuw na Christus
De religie gnostiek ontstond en de verwerving van gnosis centraal stond. Het centrale thema is, dat de mens afkomstig is uit een goddelijke wereld. Echter Constantijn de Grote had een verenigde kerk nodig en riep op tot een oecumenisch concillie. Om consensus te bereiken in de kerk door een vergadering die het hele christendom vertegenwoordigde. De concillie van Nicea is het eind van de vroeg-christelijke periode.
Het tweede voorbeeld speelt in de 5e eeuw na Christus
Pelagius (een Britse monnik) wordt vooral in verband gebracht met de theologische strijd over kwesties als vrije wil, genade, erfzonde en kinderdoop. Pelagius stelde dat de vrije wil van de mens ook na de zondeval intact was en ontkende de erfzonde. Hij stond hierin lijnrecht tegenover zijn tijdgenoot Augustinus. Uiteindelijk werd het pelagianisme op het derde Oecumenische Concilie van Efeze (431) als ketterij veroordeeld. De ideeën van Pelagius zijn in de loop van de kerkgeschiedenis steeds weer bovengekomen, vaak als tegenwicht tegen een al te eenzijdige interpretatie van Augustinus’ leer van de predestinatie.
Het derde voorbeeld 400 jaar geleden
En dan de ons welbekende periode van ruim 400 jaar geleden, die uitmondde in de Dordtse synode. Ook daar speelt een machtsverhouding een grote rol. Tenslotte wilde Maurits van Oranje winnen van de Spanjaarden. Zijn meeste aanhang vond hij daarvoor bij de Contra Remonstranten.
Kern van de interpretatie van de contraremonstranten was dat het leven van een mens voorbestemd is. Ieder mens wordt met een bepaald doel geboren en de mens heeft geen vrije wil om hiervan af te wijken. Dit gold met name voor de eeuwige zaligheid.
De remonstranten waren (en zijn) tegen bindende belijdenisgeschriften, waarin men vastgelegd hoe je de Bijbel moet interpreteren. Haar beginselverklaring verwoordt het nog steeds het beste: De Remonstrantse Broederschap is een geloofsgemeenschap die, geworteld in het evangelie van Jezus Christus en getrouw aan haar beginsel van vrijheid en verdraagzaamheid, God wil eren en dienen.
Vrije wil
Echter is er wel een vrije wil? Tegenwoordig is het nogal ‘in’ om te verkondigen dat de mens geen vrije wil heeft. Wetenschappelijk DNA onderzoek zou dat aantonen. Dat is angstaanjagend. Dus doe ik alsof het niet waar is. Kan je leven als alles is voorbestemd? Gechargeerd: Hebben wij dan nog wel gevangenissen nodig? Ander voorbeeld zijn de protesten in de jaren 80 in London, tegen de conservatieve regering. Is dat zonde of erfzonde?
Dr. Meijering verwoorde het geloofsverschil als volgt: Bij de contra remonstranten is 90% geloof in God en 10% aandacht voor de mens. Bij de Remonstranten is die verhouding: 40% geloof in God en 60% in de mens. Eigenlijk zou contra remonstranten naar 100% geloven in God moeten en de remonstranten naar 100% geloven in de mens. De waarheid van beide stromingen ligt, naar zijn idee, niet in het midden, maar zou op deze manier complementair zijn: Wil van God is Wil van de mens.
Vraag
Naar aanleiding van de lezing van Dr. Meijering kwam er een vraag van één van de aanwezigen over het voorbeeld uit de Gnostiek, 2e eeuw. In die periode werd men gevormd door de Griekse denkers en filosofen. Men werd in hokjes geplaatst. Hoe dogmatisch werd men gevormd? Volgens Dr. Meijering heeft theologie een dienende functie. Hij probeert dit uit te leggen a.h.v. een voorbeeld: Vóór de 19e eeuw werd gesproken over God als mens en als de allesomvattende God. Als men met elkaar in gesprek was dan had ieder wel zijn eigen beeld erbij. Begin twintigste eeuw ontstonden er weer twee groepen, net als 400 jaar geleden.
Tot slot
Een uitgesproken vrijzinnig predikant, volgens de remonstrantse traditie is ds. Hoenderdaal. Hij ontpopte zich tijdens zijn hoogleraarschap als een kenner van het Arminianisme en de geschiedenis van de remonstranten. Hoenderdaal zette zich in voor de oecumene, het streven naar meer onderling begrip tussen en eenheid van de kerken. Hij nam mede het voortouw bij het zoeken naar een nieuwe verhouding tussen de Remonstranten en de Nederlandse Hervormde Kerk. Hoenderdaal was een van de opstellers van het rapport Enige aspecten van de leer der uitverkiezing, dat in 1966 door de Remonstranten en de Nederlands Hervormde Kerk werd aanvaard. Daarin werd verklaard dat het 17de-eeuwse conflict niet meer kerkscheidend was. Zo werd het mogelijk dat de (nu) PKN en de Remonstranten beide lid werden van de World Alliance of Reformed Churches.
Wij bedankten dr. Meijering hartelijk voor zijn lezing en spraken met elkaar nog lang na over vrijheid in geloven.
Vertelvoorstelling ‘Zit er nog rek in?
Een mooie andere beeldende vorm van 400 jaar geloven in Vrijheid is de vertelvoorstelling ‘Zit er nog rek in?’ van acteur en remonstrant Marijke Broekhuijsen. Ze trekt een lijn van rekkelijk denken in de zeventiende eeuw – Arminius! – naar hedendaagse voorbeelden van rekkelijkheid.. Deze voorstelling komt op 9 april 2019 naar de Remonstrantse kerk te Zwammerdam. Zie de agenda.