26 augustus 2017

Ontmoeting

Geschreven door Martijn Junte
Verdieping Sebastiaan ter Burg Ontmoeting

In de tweede week van juni, toen mijn collega’s samen naar Noord-Duitsland gingen, ging ik voor een stadsretraite naar Rotterdam Zuid. De keuze was gemakkelijk: ik had me al opgegeven voor bekend werd wanneer de predikanten zouden gaan.
Eerlijk gezegd heb ik best even spijt gehad. Zo leuk is een retraite die voor een belangrijk deel in stilte plaatsvindt niet. Toch was het niet van lange duur. De stadsretraite was een kennismaking met een stadsdeel waar ik anders niet snel kom. Het werd een week van kennismaken met bijzondere mensen en bijzondere projecten. Kennismaken met een praktisch idealisme dat in dat moeilijke, chaotische stukje Rotterdam dingen mogelijk wil maken voor mensen die een zetje nodig hebben.
Het riep bij mij de vraag op waar wij wel eens een zetje nodig hebben?
Met onze sterke kanten gebeurt in Rotterdam Zuid al enorm veel. Er worden kansen geboden aan mensen om hun ondernemingslust vorm te geven. Er is aandacht voor scholing en de verhouding van school tot de straat en de thuissituatie. In algemene zin zou je kunnen zeggen dat er in het welzijnswerk in Rotterdam Zuid wordt gewerkt vanuit waarden die wij de onze noemen: vrijheid, verdraagzaamheid, verdieping, gemeenschap -ik noem zomaar een aantal dingen.
Maar andersom is dat toch lastiger uit te drukken: waar hebben wij een zetje nodig? En kan dat zetje komen van mensen die ik daar ontmoette? Lastig, al was het maar omdat de mogelijkheden van allerlei groepen uit Rotterdam Zuid om erop uit te gaan en elders te brengen wat ze in huis hebben beperkt zijn. Dat heeft met middelen te maken, maar ook met zelfbewustzijn en organisatievermogen.
Maar belangrijk is ook de vraag of wij -ik betrek het nu maar eens heel direct op onszelf- wel bereid zouden zijn om ons te schikken? Durven we ons te laten coachen en voorlichten? Zijn we in staat om onze oordelen en normativiteit op te schorten?
Ik neem deze vraag mee de zomer in. Ik denk dan na over het thema ontmoeten. Want als die stadsretraite me iets heeft gebracht is het de overtuiging dat wij eigenlijk niet in staat zijn om de diversiteit, waarop we zo trots zijn, over het voetlicht te krijgen. We belijden de vrijheid en verdraagzaamheid met overtuiging, maar we doen dat in een context van mensen die in veel, heel veel opzichten hetzelfde zijn.
Dat is niet vreemd. Ik hoorde het ook op Zuid: mensen kruipen bij elkaar. Ze zoeken steun bij een van hun eigen Marokkaanse, Pakistaanse, Somalische, Turkse, Surinaamse of Hollandse clubjes. Dat is veilig. Veel lastige vragen komen niet aan bod. Dat is onwenselijk, maar laten we eerlijk zijn, geldt hetzelfde niet ook voor ons. Ook wij kruipen bij elkaar. Als remonstranten zijn we graag onder elkaar. En met de clubs waarmee we samenwerken, of het nu andere remonstranten zijn of lokale geestverwanten, zijn we het eens geworden dat we allemaal anders zijn. Was het maar zo, zou ik haast zeggen. De verschillen zijn voor een buitenstaander onzichtbaar en de bijsluiter die de verschillen toelicht, is in allerlei opzichten onnavolgbaar.
Al met al reden genoeg om met dit onderwerp aan de gang te gaan. Ik wil onderzoeken op welke manier ‘ontmoeten’ een fundament van een geloofsgemeenschap kan zijn.

Martijn Junte, juni 2017

 

Gerelateerd